dinsdag 25 juni 2019

Ik droom soms ..



Appeltje


Appeltje ..

Ik kijk, terwijl 'k een appel schil
geboeid naar de teevee
en merk dat als de mens iets wil..
Dan zit ie nergens mee.
We vliegen supersonisch en zijn er in een wip
We sturen elektronisch, dankzij een microchip
Altijd weer iets nieuws ontdekkend;
de mens, bijzonder indrukwekkend.

Maar als ik naar mijn appel kijk
en ik neem daarvan een hap..
besef ik ik  eigenlijk tegelijk
dat de hedendaagse wetenschap,
ja  zelfs de mens, eens af moet haken.
Want er is geen één in staat
om zo’n appeltje te maken…

  
    

© Krijn Dijkema

zaterdag 15 juni 2019

Evanlelie ..







Burpsss ....





Een Hommel ..


Een hommel uit het Twentse Goor
dronk veel en vaak langdurig door
Hij kon het van de drank niet winnen
en drong de bloemkroeg gulzig binnen.
Wat tipsy kwam hij er weer uit
en verontschuldigde zich luid
Ik hoorde hem  nog even burpen
en  hoe hij sprak na ’t  vele slurpen:
 “Gun dat  zo’n arme drommel es
  want  thuis is 't straks weer hommeles”





zondag 9 juni 2019

Pinksteren ..


Pinksteren ..


Uw Wind in mij
die er niet woedt
niet geselt
en niet raast
die ’t tere riet van mijn gemoed,
niet knikt en daarna breken doet
maar leven er in blaast


Uw Vuur in mij
dat niet kastijdt
niet roostert
of verteert
al wat mij van U onderscheidt
niet bitter brandmerkt, vol verwijt,
maar het ten goede keert


Uw Geest in mij
die wind, die gloed 
de Trooster
die beklijft
die niet nadat Hij mij ontmoet
een vluchtig “dág ” ten afscheid groet
maar bij mij wonen blijft !



© Krijn Dijkema





                                                                                                                                                                                      
                

donderdag 30 mei 2019

Ik rijd weer rond ..


Ik rijd weer rond in eigen brein
 en oogst ontluikende gedachten
 die stuk voor stuk naar de erkenning smachten
 om onderscheidend wijs te zijn
  Terwijl ik zoek, zo laden op mijn wagen
 zich karrevrachten, nog ontknopt
 hun bloeien zit té diep verstopt
 in bergen van mijn vragen
  Als zo’n hooiberg  mét die speld
 verwaait in niets ontziende winden
 Blijft hoop op wat nóg geldt:
 In ’t land der ziende blinden
 zal  Die mijn haren telt
 nog speld én halmen vinden






Ja maar...lá maar ...






“Ach” sprak laatst mijn eigen slager
met een zorgelijk gemoed
” De kassalade loopt steeds trager
  dat verkoopt gewoon niet goed”

” Is dat zo gek?” vroeg ik..
“Nou moe ! 
Wie gaat er dan ook voor salade
eigenlijk naar een slager toe !”

” Salade man?”  sprak hij verrast
“ Je hebt me niet goed door..
  de lade van de kás loopt vast
  en da’s niet handig hoor”

” Nu snap ik je!” zei ik tot hem
  ” van een schuifla niets ten kwade
    maar ze lopen zo vaak klém..
   doe míj maar een rollade ! “









zondag 12 mei 2019

Als jij je sluit ..


Een struise beer ...






Een struise beer..

Een struise beer uit ‘t mooie Stroe
keek met jaloersheid naar een koe
Dat witte vel, die zwarte noppen
Die horens op die koeienkoppen..
Die forse uiers die daar prijken,
ze  wilde dolgraag op hen lijken
Ze moest en zou het uitproberen
en wilde zelfs het loeien leren
van een zeer bedreven stier
maar het hielp gewoon geen zier

Hóe ze ’t boe-geroep probeerde..
de fraaiste vlaaien produceerde
Hoe ze ook zo’n koe nabauwde
melk produceerde en herkauwde..
Het viel ‘r toch beslist niet mee
Ze leek in niets op rund-in-spé
Maar waar ze erg mee kwam te zitten
Was dat de stier begon te vitten
Die zei “je kunt het echt wel schudden
ooit koe te worden in de kudde
Je bent nu eenmaal zo geschapen
Hou op, ons steeds maar na te apen”

De beer die stopte toen terstond
En sprak met saamgeknepen mond
“Als jullie zó tegen me praten
zal ik diréct de wei verlaten.
Ik heb vandaag genoeg ont-beerd.
en ‘k voel me zwaar gekoeieneerd”




zondag 28 april 2019

Ergens ...




Ergens …


Ergens in het universum waar planeten zonder tal
eeuwenlang zich voortbewegen, 
ergens in dat groot heelal
waar kometen, meteoren eindeloos hun gang maar gaan
ergens in die ijle leegte, 
draait de aarde om haar baan

Op die grote groene aarde zijn de bergen vreeslijk hoog
en de blauwe diepe zeeën reiken verder dan het oog.
Daar zijn de heuvels en de dalen, 
de stille beek, de sterke stroom
de eindeloze weiden en een eeuwenoude boom

Daar ergens op een heel stil plekje, 
verscholen in het groen
zijn twee kleine kevertjes, het samen aan het doen.
Ze zien niks van dat grote, 
dat minnend keverpaar.
Dat laat gewoon de boel de boel, ze zien alleen elkaar.

 'T is al een poosje later, als ze d'r eitje legt
en dit dan heel voorzichtig 
aan een berkenblaadje hecht.

Eens zal op dat kleine blad het leven weer ontstaan
en zal een gloednieuw kevertje voor 't eerst uit vliegen gaan

 Het melkwegstelsel imposant?
'T is net hoe je het ziet.
'T is groter dan een kever ja, maar ..imposanter niet.




Ik moet nog iets ..



         

                                         Een kikvors ..               



Een kikvors uit Zuidlaarderveen

zat peinzend op een grote steen
Daar was hij wat aan 't  mediteren
 en zichzelf te reflecteren
 “wat schuilt er eigenlijk  in mijn 'ík’
 “Ben ik een ‘vors’ of  toch een ‘kik’ ?
  Misschien zelfs geen van allebei 
  en schuilt er meer een Prins in mij
  en blijf ik altijd onbewust
 - omdat ik toch nooit word gekust- 
 een doodnormale groene kwaker
 die zichzelf gewoon wat vaker
 toe moet spreken in de trant
 van “laat maar zitten jongen, want
 je blijft een kikker en jouw  wil 
 zat altijd al in moeders dril”.